Een bedienaar van de godsdienst, zoals een priester, rabbijn of imam, handelt strafbaar op grond van artikel 449 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), wanneer hij een religieus huwelijk sluit zonder een daaraan voorafgaand burgerlijk huwelijk. Het huidige voorstel is om artikel 449 Sr uit te breiden zodat ook de echtgenoten strafbaar worden. In dit blog bespreek ik de beoogde wijziging die momenteel ter beoordeling ligt bij de Eerste Kamer.
1. Wijziging artikel 449 Sr
De niet onomstreden Wet tegengaan huwelijkse gevangenschap zal een aantal wetswijzingen gaan inhouden. Zo is er het voorstel tot wijziging van artikel 449 Sr. Het huidige artikel 449 Sr bepaalt dat een “bedienaar van de godsdienst” een strafbaar feit pleegt wanneer hij twee mensen religieus met elkaar huwt zonder dat zij daaraan voorafgaand burgerlijk gehuwd zijn.
Opmerking verdient dat het maar de vraag is of een imam bij een islamitische huwelijksvoltrekking valt onder de delictsomschrijving van artikel 449 Sr.
Lees ook: Is de imam strafbaar bij een islamitisch huwelijk?
Per amendement heeft de Tweede Kamer aan dit artikel een tweede lid toegevoegd dat stelt dat de huwelijkspartners in een dergelijke situatie eveneens strafbaar handelen indien zij:
- vrijwillig door middel van een religieuze plechtigheid een religieus huwelijk aangaan;
- zonder dat zij daarvoor ten overstaan van de burgerlijke stand een huwelijk hebben voltrokken.
Het nieuwe artikel 449 lid 2 Sr zal bij invoering maken dat partijen, indien zij aan bovenstaande voorwaarden voldoen, gestraft kunnen worden met een geldboete van ten hoogste € 4.350,- (2021).
Momenteel is het in Nederland op grond van 1:68 BW al verplicht om burgerlijk te huwen alvorens een koppel religieus huwt. Er is echter geen sanctie voor de echtgenoten die zich hier niet aan houden en in dat licht dient de voorgestelde uitbreiding van artikel 449 Sr gezien te worden.
Lees ook: Huwelijk naar burgerlijk én islamitisch recht: do’s en don’ts
2. Beoogde doelen artikel 449 lid 2 Sr
Met artikel 449 lid 2 Sr wordt beoogd huwelijkse gevangenschap tegen te gaan. Bij het opstellen van het amendement is ervan uitgegaan dat de rechten van de vrouw vaak niet gewaarborgd worden bij informeel gesloten religieuze huwelijken. Hierdoor kunnen situaties van huwelijkse gevangenschap ontstaan waarbij een van de echtgenoten niet vrijwillig meewerkt aan beëindiging van het religieuze huwelijk.
Het gaat hier overigens niet om formele (burgerlijke) huwelijken die u sluit in het buitenland zoals Marokko of Turkije, maar om huwelijken die onofficieel zijn gesloten bij bijvoorbeeld een religieuze autoriteit (kerk, synagoge, moskee etc.). Huwelijken die officieel zijn gesloten in het buitenland of bijvoorbeeld een consulaat of ambassade in Nederland kunnen wel een religieus karakter hebben, maar worden doorgaans in Nederland beschouwd als officiële huwelijken.
Lees ook: Wanneer wordt een buitenlands huwelijk erkend in Nederland?
De wet beoogt mannen die voornemens zijn vrouwen in een huwelijk te dwingen af te schrikken. Daarnaast wordt met uitbreiding van artikel 449 Sr beoogd dergelijke huwelijken tegen te gaan omdat deze soms worden gesloten om een dubbele uitkering te ontvangen of omdat partijen simpelweg de Nederlandse rechtsorde niet erkennen. Deze wetswijziging zou tevens polygame huwelijken tegen moeten gaan.
3. Effectiviteit artikel 449 lid 2 Sr
Er kunnen vraagtekens geplaatst worden bij de effectiviteit van het beoogde artikel 449 lid 2 Sr. Ik zal dat hierna toelichten.
3.1. Advies College van procureurs-generaal
In opdracht van de Eerste Kamer heeft het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie een advies uitgebracht voor wat betreft de strafrechtelijke effectiviteit van het beoogde artikel 449 lid 2 Sr. Het college geeft aan dat voor het laatst in 2015 iemand vervolgd is op grond het huidige artikel 449 Sr. Het college geeft verder aan dat artikel 449 Sr een slapend bestaan leidt, het college ziet dan ook niet in waarom dit zou veranderen vanwege de toevoeging van lid 2.
3.2. Aangifte doen?
In tegenstelling tot het college kan ik me voorstellen dat wanneer het gaat om vrouwen in huwelijkse gevangenschap er wel degelijk een kans bestaat dat er vaker een beroep op artikel 449 Sr zal worden gedaan na de toevoeging van lid 2. Het is namelijk logischer om aangifte te doen tegen de man die een vrouw in huwelijkse gevangenschap houdt dan tegen de “bedienaar van de godsdienst” die het desbetreffende huwelijk heeft gesloten.
Echter kan ik me voorstellen dat een dergelijke aangifte uiteindelijk zal uitblijven uit angst voor vervolging van de vrouw zelf indien de vrouw vrijwillig instemde met het desbetreffende huwelijk ten tijde van het sluiten daarvan. In de parlementaire stukken wordt aangegeven dat het Openbaar Ministerie in dergelijke situaties coulant kan zijn jegens de vrouw indien er sprake is van huwelijkse gevangenschap. Persoonlijk betwijfel ik in hoeverre dat fair is jegens de man.
3.3. Toegevoegde waarde met het oog op andere wetten
Ook twijfel ik aan de toegevoegde waarde van het beoogde artikel 449 lid 2 Sr vanwege de geringe kans dat dit artikel preventief werkt. Het is namelijk niet aannemelijk dat het sluiten van een dergelijk huwelijk wordt ontdekt of dat iemand aangifte doet tegen de echtgenoten. In het geval van huwelijkse gevangenschap acht ik de toegevoegde waarde van artikel 449 lid 2 Sr eveneens gering aangezien hetgeen dit artikel mogelijk kan bewerkstelligen al bereikt kan worden door middel van andere wetgeving.
Zo kan een man die zijn vrouw in huwelijkse gevangenschap houdt al vervolgd worden op grond van artikel 284 Sr, welk artikel alle vormen van dwang inclusief huwelijksdwang strafbaar stelt. Met het oog op een eventuele vordering tot medewerking aan een religieuze echtscheiding, zal de toegevoegde waarde van artikel 449 lid 2 Sr eveneens gering zijn. Door middel van de beoogde uitbereiding van artikel 1:68 lid 2 BW wordt er al een wettelijke grond gecreëerd om mannen te dwingen mee te werken aan een religieuze echtscheiding. Hier is geen extra grond of drukmiddel voor nodig.
Lees ook: Wet tegen huwelijkse gevangenschap: op weg naar huwelijkse vrijheid
4. Wenselijkheid artikel 449 lid 2 Sr
Zoals uit het bovenstaande blijkt, kunnen er vraagtekens worden gezet bij de effectiviteit van het beoogde artikel 449 lid 2 Sr zeker nu het OM die de wet dient te handhaven duidelijk aangeeft dat naar verwachting ook artikel 449 lid 2 Sr een slapend bestaan wacht.
Zoals uit het bovenstaande blijkt, kunnen er vraagtekens worden gezet bij de effectiviteit van het beoogde artikel 449 lid 2 Sr. Zeker nu het OM, die de wet dient te handhaven, duidelijk aangeeft dat naar verwachting ook artikel 449 lid 2 Sr een slapend bestaan wacht.
De wenselijkheid van de beoogde wet wordt hiermee in twijfel getrokken. De wet houdt namelijk een verdere regulering van het religieuze domein in, en staat dus ook op gespannen voet met de scheiding tussen kerk en staat. Dit, terwijl het nieuwe artikel 449 lid 2 Sr naar alle waarschijnlijkheid weinig effect zal hebben zoals hiervoor toegelicht.
5. Conclusie
Het beoogde artikel 449 lid 2 Sr zal, indien het door de Eerste Kamer komt, ertoe leiden dat indien partijen religieus huwen zonder dat zij gehuwd zijn voor de burgerlijke stand, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden en dus een boete opgelegd kunnen krijgen.
De vraag rijst in hoeverre dit artikel daadwerkelijk effectief zal zijn nu de aangiftebereidheid waarschijnlijk beperkt zal zijn en ook het OM niet de verwachting heeft dat religieuze huwelijken, zonder voorafgaand burgerlijke huwelijk, minder vaak zullen voorkomen door de beoogde wijziging. Hiermee wordt tevens de wenselijkheid van de wet in twijfel getrokken.
Mocht u als bedienaar van de godsdienst of als echtgenoot, na invoering van artikel 449 lid 2 Sr, toch te maken krijgen met deze wet, is het in ieder geval belangrijk dat u een gespecialiseerde advocaat inschakelt die kennis heeft van zowel het internationale familierecht als het strafrecht.
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.