De Minister voor Rechtsbescherming heeft recentelijk aangekondigd de wet aan te passen zodat sneller een einde gemaakt kan worden aan huwelijkse gevangenschap. Huwelijkse gevangenschap speelt vaak bij religieuze huwelijken waarbij een van de partijen weigert mee te werken aan de ontbinding daarvan. Met de wetswijziging kan de rechter sneller een einde maken aan deze situatie.
Universiteit Maastricht
De nieuwe wet is in het leven geroepen naar aanleiding van een advies van onderzoekers verbonden aan de Universiteit Maastricht. Uit dat onderzoek bleek dat huwelijkse gevangenschap een probleem is onder meer onder vrouwen met een religieuze achtergrond zoals islamitische en joodse vrouwen.
Wetgeving niet toereikend
De huidige wet- en regelgeving bleek bovendien niet altijd toereikend te zijn om deze vrouwen te helpen uit deze situatie te komen. Daar moet de Wet tegengaan huwelijkse gevangenschap verandering in brengen.
Religieus huwelijk
In veel gevallen is sprake van zowel een burgerlijk huwelijk als een religieus huwelijk. Regelmatig gaat het daarbij om een islamitisch huwelijk of een joods huwelijk. De vrouwen in deze huwelijken kunnen hun burgerlijk huwelijk bij de Nederlandse rechter laten ontbinden.
Medewerking man
Het religieuze huwelijk laten ontbinden, kan niet direct via de Nederlandse rechter omdat dat geen erkend huwelijk is. In de praktijk kost het dan ook veel moeite om dit huwelijk te laten ontbinden als de man niet meewerkt, omdat zijn medewerking volgens islamitisch en joods recht is vereist.
Beperking vrijheid
In dat geval wordt de vrouw gevangen gehouden in het religieuze huwelijk omdat zij in de ogen van de religieuze gemeenschap nog gehuwd is met de man en daardoor ook geen ander huwelijk kan sluiten. Dit leidt tot beperking van de vrijheid van de vrouw ondanks dat zij wel een burgerlijke echtscheiding heeft.
Religieuze scheiding
In de rechtspraak zijn vervolgens oplossingen ontwikkeld om alsnog de huwelijkse gevangenschap te beëindigen. Zo kan de rechter de man dwingen om zijn medewerking te verlenen aan de religieuze scheiding. Maar ook aan deze oplossing zitten haken en ogen.
Vertraging procedure
Zo kan een rechter niet altijd tegelijk met de echtscheiding medewerking aan de ontbinding van een religieus huwelijk bevelen. Op dit moment is namelijk vereist dat dit verzoek niet tot vertraging mag leiden van de (burgerlijke) echtscheidingsprocedure.
Bevel medewerking
Door toevoeging van een nieuw lid aan artikel 827 Rv wordt het mogelijk dat de echtscheidingsrechter zonder problemen ook kan beslissen over het bevel tot medewerking aan de ontbinding van het religieuze huwelijk.
Onrechtmatige daad
Het antwoord op de vraag of een persoon überhaupt verplicht is medewerking te verlenen aan een religieuze scheiding is op dit moment erg ingewikkeld.
Daarbij is van belang of de weigeraar handelt in strijd zijn met de zorgvuldigheid die hij in het maatschappelijk verkeer tegenover de echtgenoot in acht behoort te nemen.
Alleen in dat geval is volgens de rechtspraak spake van een zogenaamde onrechtmatige daad. Alleen in een dergelijk geval kan de rechter de weigeraar verplichten om mee te werken aan de religieuze scheiding.
Meewerkplicht religieuze scheiding
Ook hierover gaat de wet meer duidelijkheid verschaffen door toevoeging van een tweede lid aan artikel 1:68 BW. Daarin wordt vastgelegd dat partijen in een religieus huwelijk (in beginsel) verplicht zijn mee te werken aan de beëindiging van een religieus huwelijk.
Huwelijkse vrijheid
Dat betekent dat de wet expliciet bepaalt dat partijen hun medewerking dienen te verlenen aan ontbinding van een religieus huwelijk. Zo is een ingewikkelde beoordeling van de vraag of er een plicht bestaat om mee te werken aan een religieuze scheiding niet langer aan de orde. Hierdoor wordt ook deze drempel weggenomen op weg naar huwelijkse vrijheid.
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.