Wanneer iemand een overtreding of een misdrijf begaat en hiervoor veroordeeld wordt, kan de rechter verschillende straffen opleggen. Welke straffen kan een rechter opleggen en op welke manier wordt bepaald welke straf in welk geval wordt opgelegd? In dit artikel bespreken we allereerst de verschillende soorten straffen, de bijkomende straffen en maatregelen. Vervolgens zullen we ingaan op de vraag wanneer welke straf kan worden opgelegd.
Straffen
Bestraffing heeft meerdere doelen, zoals het beschermen van de samenleving, vergelding van het leed dat het slachtoffer en eventuele nabestaanden hebben geleden, het voorkomen dat de dader opnieuw een strafbaar feit pleegt alsmede het voorkomen dat anderen strafbare feiten plegen.
Om deze doelen te realiseren kent de wet dan ook verschillende soorten straffen die kunnen worden opgelegd afhankelijk van het soort feit, de ernst, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Indien een verdachte voor een strafbaar feit wordt veroordeeld kan een rechter een celstraf (hechtenis of gevangenisstraf), een taakstraf of een geldboete opleggen.
1. Celstraf
Een celstraf kan bestaan uit hechtenis of gevangenisstraf.
Hechtenis
Hechtenis kan worden opgelegd bij lichte strafbare feiten (overtredingen), zoals openbare dronkenschap en verkeersovertredingen. Deze celstraf dient te worden uitgezeten in een huis van bewaring. De hechtenis duurt ten minste één dag en hoogstens één jaar en vier maanden.
Het gaat hier overigens niet om voorlopige hechtenis maar om hechtenis nadat de verdachte is veroordeeld. Voorlopige hechtenis ondergaat de verdachte als hij nog niet is veroordeeld. Meer informatie over de voorlopige hechtenis en schadevergoeding bij onterechte (voorlopige) hechtenis vindt u hier.
Gevangenisstraf
Gevangenisstraf kan worden opgelegd bij ernstigere strafbare feiten (misdrijven), zoals drugshandel, diefstal en moord. Deze celstraf dient meestal te worden uitgezeten in de gevangenis.
De gevangenisstraf is tijdelijk of levenslang. De tijdelijke gevangenisstraf duurt minimaal één dag en maximaal 30 jaar. De levenslange gevangenisstraf is in beginsel levenslang. De uitzonderingen hierop worden besproken in ons artikel ‘Levenslang niet langer levenslang?’.
2. Geldboete
Een rechter kan voor alle strafbare feiten een geldboete opleggen waarbij een minimum van € 3,- geldt. In het Wetboek van Strafrecht zijn verschillende categorieën voor het maximum van geldboetes opgenomen.
Maximum geldboete
Dit overzicht ziet er per 1 januari 2016 als volgt uit:
Categorie | Maximale boete |
---|---|
Eerste categorie | € 410,- |
Tweede categorie | € 4.100,- |
Derde categorie | € 8.200,- |
Vierde categorie | € 20.500,- |
Vijfde categorie | € 82.000,- |
Zesde categorie | € 820.000,- |
Indien voor een bepaald delict is bepaald dat maximaal een geldboete van de vierde categorie kan worden opgelegd dan betekent het dat de strafrechter maximaal een boete van € 20.500,- kan opleggen.
Vervangende hechtenis
De strafrechter dient ook altijd te bepalen dat er vervangende hechtenis moet worden ondergaan indien de opgelegde boete toch niet wordt betaald. Daarvoor geldt een minimum van één dag en een maximum van één jaar.
Over het algemeen wordt gerekend met één dag vervangende hechtenis voor iedere € 50,- aan geldboete. Voor elke € 25,- mag in ieder geval niet meer dan één dag vervangende hechtenis worden bepaald, minder is wel toegestaan.
Indien dus de bovengenoemde maximale boete wordt opgelegd van € 20.500,- en deze wordt niet betaald dan dient er een vervangende hechtenis van één jaar te worden ondergaan omdat dit het maximum is.
3. Taakstraf
Een taakstraf bestaat in beginsel uit een werkstraf, waarbij de dader onbetaalde arbeid dient te verrichten. Voor jeugdigen (van 12 tot in beginsel 18 jaar) kan een taakstraf tevens bestaan uit een leerstraf, waarbij de dader een cursus of een training dient te volgen, of uit een combinatie van een werkstraf en een leerstraf.
Een taakstraf kan ook worden gecombineerd met een andere straf, zoals een geldboete of een korte gevangenisstraf. De taakstraf duurt maximaal 240 uur en voor jeugdigen maximaal 200 uur.
Vervangende hechtenis
De strafrechter dient ook altijd te bepalen dat er vervangende hechtenis moet worden ondergaan indien de opgelegde taakstraf toch niet wordt uitgevoerd. Daarvoor geldt een minimum van één dag en een maximum van vier maanden.
Over het algemeen wordt gerekend met één dag vervangende hechtenis voor iedere twee uur taakstraf. Voor elke twee uur taakstraf mag in ieder geval niet meer dan één dag worden opgelegd.
Taakstrafverbod
In een aantal gevallen kan een taakstraf zelfs slechts worden opgelegd in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ernstige misdrijven waardoor een ernstige inbreuk op de lichamelijk integriteit van het slachtoffer heeft plaatsgevonden, bij bepaalde ontuchtige feiten of indien aan de betreffende dader in de voorgaande vijf jaren al eerder een taakstraf is opgelegd voor een soortgelijk feit.
Omzeiling taakstrafverbod
Dit zogeheten taakstrafverbod vloeit voort uit de Wet beperking taakstraffen die tot doel heeft om te voorkomen dat voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven een taakstraf wordt opgelegd. In de praktijk blijkt echter dat dit taakstrafverbod vaak door de rechter wordt omzeild door één dag celstraf op te leggen in combinatie met een taakstraf waarbij deze ene dag ook niet eens altijd wordt uitgezeten, zo blijkt uit een artikel van het AD.
Bijkomende straffen
Naast voornoemde straffen kan een rechter drie soorten bijkomende straffen opleggen, te weten de ontzetting van bepaalde rechten, verbeurdverklaring en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
1. Ontzetting van bepaalde rechten
Bij ontzetting van bepaalde rechten kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het ontnemen van het kiesrecht van de dader.
2. Verbeurdverklaring
Verbeurdverklaring heeft voornamelijk betrekking op de voorwerpen die zijn gebruikt bij het verrichten van het strafbare feit of die door het strafbare feit zijn verkregen, zoals een gestolen fiets of de hennepplanten van een hennepkwekerij. Verbeurdverklaring houdt in dat de dader de eigendom over deze voorwerpen verliest.
3. Openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak
Met de openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak, welke normaliter geanonimiseerd gepubliceerd wordt, wordt de identiteit van de dader publiekelijk bekend gemaakt, hetgeen voor de dader nadelige gevolgen kan hebben.
Voorwaardelijke straf
Het is van belang om een onderscheid te maken tussen onvoorwaardelijke en voorwaardelijke straffen. Onvoorwaardelijke straffen dienen zonder meer uitgevoerd te worden. Voorwaardelijke straffen worden alleen ten uitvoer gelegd indien binnen de door de rechter vastgestelde proeftijd een voorwaarde is geschonden.
1. Algemene voorwaarde
Daarbij geldt dat de algemene voorwaarde is dat binnen de proeftijd niet opnieuw een strafbaar feit wordt gepleegd. Indien dat wel gebeurt dan volgt een straf voor het nieuwe strafbare feit en wordt de oude voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer gelegd.
2. Bijzondere voorwaarde
Daarnaast kan een bijzondere voorwaarde worden opgelegd zoals de verplichting om zich te houden aan de aanwijzing en voorschriften van de reclassering, een straat- of contactverbod, elektronisch toezicht of een behandelverplichting. Indien aan de opgelegde voorwaarde niet wordt gehouden volgt ook tenuitvoerlegging van de straf.
Maatregelen
Naast straffen kan een rechter ook verschillende maatregelen opleggen.
Ook bij niet strafbare dader
Maatregelen kunnen niet alleen worden opgelegd wanneer sprake is van een strafbaar feit en een strafbare dader, maar kunnen ook worden opgelegd wanneer er sprake is van een strafbaar feit, maar dit feit niet aan de dader kan worden toegerekend waardoor de dader zelf niet strafbaar is.
Uiteenlopende maatregelen
De maatregelen die opgelegd kunnen worden zijn zeer uiteenlopend: onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen, ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, schadevergoeding, plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, terbeschikkingstelling (TBS), plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) en oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel.
Wanneer kan welke straf worden opgelegd?
Geldboete en celstraf
In het Wetboek van Strafrecht wordt per strafbaar feit bepaald welke geldboete en/of celstraf maximaal kan worden opgelegd voor het betreffende feit. Een rechter hoeft echter niet de maximale straf op te leggen, maar kan gelet op de omstandigheden van het geval, de ernst van het strafbare feit en de persoonlijke omstandigheden van de dader een passende straf opleggen.
Maatregel
Wanneer er sprake is van een strafbaar feit, maar de dader een succesvol beroep op een strafuitsluitingsgrond doet, kan geen straf worden opgelegd, maar kan eventueel wel een maatregel worden opgelegd.
Taakstraf
Tevens kan een rechter voor een strafbaar feit waarvoor een celstraf kan worden opgelegd, bepalen om, in plaats daarvan dan wel in combinatie daarmee, een taakstraf op te leggen. Ook deze afweging dient een rechter te maken op basis van de omstandigheden van het geval, de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de dader.
Oriëntatiepunten
Om enigszins handvatten te hebben voor het opleggen van straffen voor bepaalde veel voorkomende strafbare feiten kennen we de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken (hierna: Oriëntatiepunten). De Orïentatiepunten zijn opgesteld door het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht).
De Oriëntatiepunten vormen een vertrekpunt voor de rechter om te denken over de op te leggen straf zonder dat zij hem binden. In de praktijk vormen de Oriëntatiepunten een goede richtlijn voor de te verwachten straf en verwijzen zowel de officier van justitie alsook de verdediging vaak naar de Oriëntatiepunten.
Lees hier over welke straf opgelegd wordt voor de meest voorkomende delicten volgens de Oriëntatiepunten.
Bron(nen):
- artikel AD (19 januari 2017): ‘Verbod op taakstraf steeds vaker omzeild’
- artikel Advocatenkantoor El Hannouche (17 september 2016): ‘Levenslang niet langer levenslang?’.
- artikel Advocatenkantoor El Hannouche (25 oktober 2015): ‘Schadevergoeding bij onterechte vrijheidsbeneming’.
- Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.