U wordt aangehouden door de politie. Dit kan voor grote onzekerheid zorgen. Wat kunt u verwachten van de aanhouding, het verhoor en de straf? In dit artikel zal worden ingegaan op de mogelijke straf bij een veroordeling. We zullen de meest voorkomende delicten bespreken. Daarbij zal worden ingegaan op zowel de strafverzwarende als strafverminderende omstandigheden.
In dit artikel bespreken we de strafrichtlijn van de volgende delicten:
- Openlijke geweldpleging (artikel 141 Sr)
- Onwettig verblijf (artikel 197 Sr)
- Meineed (artikel 207 Sr)
- Bezit vals paspoort (artikel 231 lid 2 Sr)
- Skimmen (artikels 232, 234, 311, 326 Sr)
- Kinderporno (artikel 240b Sr)
- Verkrachting (artikel 242 Sr)
- Belediging (artikel 266 Sr)
- Bedreiging (artikel 285 Sr)
- Eenvoudige mishandeling (artikels 300, 304 Sr)
- Zware mishandeling (artikel 302 Sr)
- Winkeldiefstal (artikels 310-312 Sr)
- Zakkenrollerij, tasjesroof of straatroof (artikels 310-317 Sr)
Van aanhouding tot strafoplegging
Als u wordt aangehouden, dient eerst tot vervolging overgegaan te worden door het openbaar ministerie wil een straf überhaupt aan de orde kunnen zijn. Indien er onvoldoende bewijs is of andere redenen zijn om de zaak niet te vervolgen dan wordt deze geseponeerd. Dat betekent dat het OM u niet vervolgt tenzij het gerechtshof zou bepalen dat het OM alsnog dient te vervolgen op grond van een artikel 12 sv-procedure.
Als de zaak wel wordt voorgelegd aan de strafrechter dan is de bepaling van de strafmaat de laatste vraag waarover hij zich dient te buigen. Hij volgt namelijkhet beslissingsmodel van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). We bespreken hierna kort de vragen die de strafrechter moet beantwoorden.
Formele (voor)vragen (artikel 348 Sv)
- Is de dagvaarding geldig?
- Is de rechtbank bevoegd?
- Is de officier van justitie ontvankelijk in zijn vervolging?
- Is er reden voor schorsing van de vervolging?
Materiële (hoofd)vragen (artikel 350 Sv)
- Kan het ten laste gelegde feit bewezen worden verklaard?
- Levert het bewezen feitencomplex een strafbaar feit op?
- Is er sprake van een strafuitsluitingsgrond? Lees hier alles over strafuitsluitingsgronden.
- Welke straf moet worden opgelegd? Lees hier welke straffen opgelegd kunnen worden.
Oriëntatiepunten
Bij het beantwoorden van deze laatste vraag heeft de strafrechter zich te houden aan de strafmaxima die in de wet zijn opgenomen. Om meer handvatten te hebben voor het opleggen van straffen voor bepaalde veel voorkomende strafbare feiten maakt de strafrechter gebruik van de zogeheten Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken (hierna: Oriëntatiepunten).
Strafverzwarend en strafverminderende factoren
De Oriëntatiepunten zijn opgesteld door het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht). Het LOVS is een landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de verschillende rechtbanken in Nederland. In 1998 zijn de straftoemetingsafspraken voor het eerst opgesteld naar aanleiding van de wens om meer consistentie in de straftoemeting. In de Oriëntatiepunten is opgenomen wat de richtlijn is wat betreft de straftoemeting en wat strafverzwarende en strafverminderende omstandigheden kunnen zijn.
Vertrekpunt
De Oriëntatiepunten vormen een vertrekpunt voor de rechter om te denken over de op te leggen straf zonder dat zij hem binden. In de praktijk vormen deze oriëntatiepunten een goede richtlijn voor de te verwachten straf en verwijzen zowel de officier van justitie alsook de verdediging vaak naar deze oriëntatiepunten. We zullen de richtlijnen voor de verschillende delicten hieronder bespreken aan de hand van deze Oriëntatiepunten.
1. Openlijke geweldpleging (artikel 141 Sr)
Stelt u zich voor. U bent student rechtsgeleerdheid en tijdens het uitgaan krijgt u ruzie met een jongen die een biertje over uw vriendin heen gooit. U spreekt hem op zijn gedrag aan en tot overmaat van ramp ziet de uitsmijter u als de onruststoker en gooit u de kroeg uit. U bent compleet over de rooie en loopt alleen richting huis. Op weg naar huis reageert u uw woede af en in dat proces moeten een aantal autospiegels het ontgelden.
Een omstander belt de politie en u wordt aangehouden op verdenking van openlijke geweldpleging tegen goederen op grond van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Bijgekomen van de adrenaline en woede realiseert u zich wat u heeft gedaan en wat voor mogelijke consequenties deze uitbarsting kan hebben. U bent immers student rechtsgeleerdheid. Uw piketadvocaat bezoek u op het politiebureau en u valt direct met de deur in huis: wat voor straf kan ik verwachten? We bespreken hieronder wat openlijke geweldpleging is en welke straffen daarbij horen.
Openlijk geweld tegen goederen
Openlijke geweldpleging wordt in twee soorten onderscheiden: openlijk geweld tegen goederen en openlijk geweld tegen personen.
Bij geweld tegen goederen vermelden de Oriëntatiepunten een taakstraf van 60 uren. Dit geldt voor zowel geweld tegen goederen van burgers als geweld tegen de goederen van gekwalificeerde slachtoffers. Onder gekwalificeerde slachtoffers dienen politieagenten, ambulancebroeders, brandweermannen en andere personen in de rechtmatige uitoefening van hun beroep te worden beschouwd.
Openlijk geweld tegen personen
Daarnaast kan openlijke geweldpleging bestaan uit geweld tegen personen. Hierbij wordt er wel nadrukkelijker onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van geweld. Het belangrijkste verschil hierbij is de vraag of er sprake is van letsel.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Openlijke geweldpleging tegen goederen toebehorend aan burgers | 60 uur taakstraf | 4 jaar en 6 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Openlijke geweldpleging tegen goederen toebehorend aan gekwalificeerde slachtoffers | 60 uur taakstraf | 4 jaar en 6 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Openlijke geweldpleging zonder lichamelijk letsel | 120 uur taakstraf | 4 jaar en 6 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Openlijke geweldpleging met enig lichamelijk letsel als gevolg | 150 uur taakstraf | 6 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel als gevolg | 6 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk | 9 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Openlijke geweldpleging met de dood als gevolg | 12 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie | |
Strafverzwarende factoren:
|
2. Onwettig verblijf (artikel 197 Sr)
Met de recente toename van het aantal vluchtelingen uit landen als Syrië wordt de overheid, en in het bijzonder het Openbaar Ministerie, steeds vaker geconfronteerd met de strafbepaling van artikel 197 Sr.
Op grond hiervan is het in Nederland verboden voor een vreemdeling om illegaal te verblijven in Nederland. Wel is hiervoor vereist dat de vreemdeling weet moet hebben van deze ‘ongewenste’ status of ernstige redenen moet hebben om dit te vermoeden.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Onwettig verblijf (eerste keer) | 2 maanden gevangenisstraf | 6 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de derde categorie |
Onwettig verblijf (vaker gepleegd binnen korte tijd) | 2 maanden gevangenisstraf | 6 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de derde categorie |
Onwettig verblijf (vaker gepleegd binnen 5 jaar voor plegen. Hier moet genoeg tijd telkens tussen zitten om het land alsnog te verlaten) | 2 maanden gevangenisstraf + 1 maand voor elke voorgaande veroordeling | 6 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de derde categorie |
Strafverzwarende factoren:
|
3. Meineed (artikel 207 Sr)
Een recent voorbeeld waarbij de term ‘meineed’ nadrukkelijk in de media werd gebezigd, was tijdens het proces Wilders I. Rechter, Tom Schalken, werd hierbij door ex-advocaat Bram Moszkowicz het vuur aan de schenen gelegd omdat hij een getuige in de zaak zou hebben bezocht met een kopie van de beschikking in zijn binnenzak. Hij zou daarbij over de zaak hebben gesproken met de getuige, hetgeen in strijd is met de wet. Moszkowicz beschuldigde de getuige van meineed omdat die bij de rechter ontkend had dat een bespreking zoals die werd geschetst had plaatsgevonden.
Anders dan over het algemeen wordt gedacht staan op een delict als meineed heftige straffen. Tussen de richtlijn en het strafmaximum is echter wel een duidelijk lacune.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Meineed | 3 maanden gevangenisstraf | 6 jaar gevangenisstraf |
Meineed in een strafzaak ten nadele van de verdachte of beklaagde | 9 jaar gevangenisstraf |
4. Bezit vals paspoort (artikel 231 lid 2 Sr)
Een veel voorkomend probleem in het uitgaansleven is het gebruik van valse identificatiebewijzen door minderjarigen. Doorgaans wordt een identificatiebewijs gebruikt van een oudere broer of zus maar het komt ook voor dat er wordt betaald voor een vals identificatiebewijs, zoals een paspoort. Het voorhanden hebben van een vals paspoort wordt bestraft indien de persoon daar weet van had of redelijkerwijs moest vermoeden dat het paspoort vervalst was.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Bezit vals paspoort | 2 maanden gevangenisstraf | 6 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
5. Skimmen (artikels 232, 234, 311, 326 Sr)
Bij skimmen wordt er op de sleuf van een betaalautomaat een apparaat geplaatst. Dit apparaat kan de magnetische strip van een betaalkaart lezen en kopiëren. Tijdens het pinnen proberen de skimmers dan mee te kijken met de transactie of door middel van camera’s de pincode te achterhalen. Vervolgens worden de gegevens gebruikt om de pas na te maken en geld op te nemen van de rekening van de pashouder.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Geld opnemen met/gebruik maken van een valse bankpas met geskimde gegevens | 3 maanden gevangenisstraf | 6 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Voorhanden hebben van skimapparatuur | 9 maanden gevangenisstraf | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Plaatsen van skimapparatuur | 1 jaar gevangenisstraf | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
6. Kinderporno (artikel 240b Sr)
In 2014 kwam een van Nederlands grootste zedenzaken naar buiten: de zaak Robert M. De zaak scheen een licht op een zeer duistere wereld binnen onze samenleving en de rol die deze wereld op internet maar ook daarbuiten speelt. De zaak Robert M. en kinderporno in het algemeen zorgen voor veel onrust in de samenleving omdat het gaat om onschuldige kinderen die op zichzelf al erg kwetsbaar zijn. Daarmee wordt bij de strafmaat ook rekening gehouden.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Bezit/verwerven van kinderporno, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang tot kinderporno verschaffen | 240 uur taakstraf + 6 maanden gevangenisstraf. | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren van kinderporno | 1 jaar gevangenisstraf | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Vervaardigen van kinderporno | 2 jaar gevangenisstraf | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Een beroep of gewoonte maken van het bezit van kinderporno | 1 jaar gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Een beroep of gewoonte maken van het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren van kinderporno | 2 jaar gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Een beroep of gewoonte maken van het vervaardigen van kinderporno | 4 jaar gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
7. Verkrachting (artikel 242 Sr)
De afgelopen periode kwam een vloedgolf aan openbaringen en beschuldiging aan het licht van mensen die aangaven dat zij seksueel waren misbruikt, vaak onder vermelding van de hashtag #metoo. Met deze stroom aan publiciteit werd het delict verkrachting plotseling besproken in allerlei grote talkshows. De juridische consequenties blijven echter voor het gros van de samenleving onbekend. Wat met name opvalt in de strafrichtlijn is het grote aantal strafverzwarende en/of strafverminderende factoren. Dat betekent dat de uiteindelijke strafmaat van zaak tot zaak veel kan verschillen afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Verkrachting | 2 jaar gevangenisstraf | 12 jaar gevangenisstraf |
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
8. Belediging (artikel 266 Sr)
Misschien wel het meest voorkomende delict in Nederland: belediging. Weinig mensen weten echter dat zij ook strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor belediging. Opmerking verdient wel dat doorgaans wordt vervolgd als het gaat om belediging van een politieagent.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Belediging | € 150,- geldboete | 3 maanden gevangenisstraf of een geldboete van de derde categorie |
Strafverzwarende factoren:
|
||
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
9. Bedreiging (artikel 285 Sr)
Evenals belediging is bedreiging een veelvuldig voorkomend delict in Nederland. Vaak gaat bedreiging ook gepaard met het plegen van andere delicten zoals diefstal of mishandeling. Er zijn veel verschillende strafrichtlijnen die afhankelijk zijn van verschillende factoren.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Bedreiging | € 250,- geldboete | |
Tonen van slag- of stootwapen | 40 uur taakstraf | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Tonen van steekwapen of als zodanig aan te merken voorwerp | 60 uur taakstraf | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Tonen van (nep)vuurwapen | 4 maanden gevangenisstraf | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Inrijden op persoon | 4 maanden gevangenisstraf | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Schriftelijke bedreiging | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie | |
Bedreiging met een terroristisch misdrijf | 6 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie | |
Strafverzwarende factoren:
|
11. Eenvoudige mishandeling (artikels 300, 304 Sr)
Blijkens de richtlijn wordt het onderscheid tussen eenvoudige mishandeling en zware mishandeling vooral gemaakt door de manier waarop het letsel is toegebracht en de gevolgen die de mishandeling heeft voor het slachtoffer.
Bij eenvoudige mishandeling wordt onderscheid gemaakt in beperkt en aanzienlijk lichamelijk letsel. Het moge duidelijk zijn dat de straf hoger zal zijn naar mate het lichamelijke letsel ernstiger is.
Beperkt lichamelijk letsel
Bij beperkt lichamelijk letsel moet worden gedacht aan letsel dat bestaat uit één of meer schrammen, schaafwonden of blauwe plekken. De Oriëntatiepunten geeft als voorbeeld een tand door de lip of lichte kneuzingen. Het gaat hier om letsel dat geen medisch ingrijpen vereist, aldus de Oriëntatiepunten.
Aanzienlijk lichamelijk letsel
Indien er sprake is van letsel dat binnen een periode van zes weken na de mishandeling herstelt, is sprake van zogeheten aanzienlijk lichamelijk letsel. Gedacht kan worden aan forse kneuzingen, breuken die zonder operatie herstellen en wonden die gehecht kunnen worden.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Droge klap of schop (alleen pijn of letsel) | € 500,- geldboete | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Mishandeling, enig letsel ten gevolge hebbend | € 750,- geldboete | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Mishandeling met behulp van een slagwapen of door een kopstoot, enig lichamelijk letsel ten gevolge hebbend | 120 uur taakstraf | 2 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
10. Zware mishandeling (artikel 302 Sr)
Zwaar lichamelijk letsel wordt onderscheiden in zwaar lichamelijk letsel en zeer zwaar lichamelijk letsel. Daartussen zit nog het middelzwaar lichamelijk letsel dat niet verder wordt toegelicht in de Oriëntatiepunten. Ook hier geldt echter dat de straf zwaarder wordt naarmate het lichamelijke letsel ernstiger is.
Zwaar lichamelijk letsel
Volgens de Oriëntatiepunten wordt onder zwaar lichamelijk letsel letsel verstaan waarvan volledig herstel valt te verwachten binnen zes maanden na de mishandeling waarbij over het algemeen medisch ingegrepen zal moeten worden zoals bij breuken.
Zeer zwaar lichamelijk letsel
Bij zeer zwaar lichamelijk letsel wordt letsel verstaan dat levensbedreigend is, waarvan een zeer langdurige herstelperiode van meer dan zes maanden benodigd is of waarvan geen volledige
genezing verwacht wordt, daaronder wordt eveneens begrepen mishandeling die de dood tot gevolg heeft.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Strafmaximum |
---|---|---|
Opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel zonder gebruik te maken van een wapen | 3 maanden gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door middel van bijvoorbeeld één of meer kopsto(o)t(en) en/of schoppen/trappen tegen het hoofd | 6 maanden gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Opzettelijk toebrengen van middelzwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen (niet zijnde een vuurwapen) | 7 maanden gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Opzettelijk toebrengen van zeer zwaar lichamelijk letsel, zonder gebruik te maken van een wapen | 8 maanden gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Opzettelijk toebrengen van zeer zwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen (niet zijnde een vuurwapen) | 1 jaar gevangenisstraf | 8 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Opzettelijk toebrengen van letsel met de dood ten gevolge hebbend | 10 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie | |
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
12. Winkeldiefstal (artikels 310-312 Sr)
Na de diefstal van fietsen is winkeldiefstal de vaakst geregistreerde vorm van diefstal in Nederland. Vaak gaat het hier om een delict dat meestal wordt gepleegd door jongeren met behulp van de nodige groepsdruk. Echter, de laatste jaren is eenzelfde trend zichtbaar onder ouderen. Zo bericht omroep MAX dat het aantal 65-plussers dat in aanraking is gekomen met Justitie sinds 2000 is verdubbeld. Doorgaans worden deze ouderen aangehouden voor winkeldiefstal. Armoede onder ouderen lijkt hier de sterkste aanleiding voor te zijn maar vooralsnog blijft het een opvallende ontwikkeling.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Recidive | Veelvuldige recidive* | Strafmaximum |
---|---|---|---|---|
Eenvoudige winkeldiefstal | € 200,- geldboete | € 200,- geldboete en 1 week gevangenisstraf (voorwaardelijk) | 1 maand gevangenisstraf | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Winkeldiefstal met na betrapping eenvoudig geweld | 2 maanden gevangenisstraf | 3 maanden gevangenisstraf | 4 maanden gevangenisstraf | 9 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Winkeldiefstal met na betrapping geweld of bedreiging met geweld | 3 maanden gevangenisstraf | 4 maanden gevangenisstraf | 5 maanden gevangenisstraf | 9 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
*Van frequente recidive is sprake indien een verdachte ter zake van minimaal tien vermogensdelicten al dan niet onherroepelijk is veroordeeld, waarvan ter zake van vijf vermogensdelicten in de afgelopen twee jaar | ||||
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
13. Zakkenrollerij, tasjesroof of straatroof (artikels 310-317 Sr)
Een, doorgaans, agressievere variant op de eerder besproken winkeldiefstal. Vooral Amsterdam is een stad die wordt geplaagd door zakkenrollerij, tasjesroof en straatroven. In de strijd hiertegen zijn enkele burgerinitiatieven ontstaan teneinde de problematiek een halt toe te roepen. Een van die burgers is Jaime van Gastel, ofwel de boevenspotter. In zijn video’s spoort hij zakkenrollers op en meldt deze bij de politie, die dankbaar gebruik maakt van het materiaal.
De richtlijn stelt een straf die een weergave poogt te zijn van de mate van ergernis die de delicten opwekken bij slachtoffers en het publiek.
Hieronder treft u een overzicht aan van de betreffende richtlijnen, strafmaxima en voor zover mogelijk de strafverzwarende en/of strafverminderende factoren die een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Omschrijving | Richtlijn | Recidive | Veelvuldige recidive* | Strafmaximum |
---|---|---|---|---|
Zakkenrollerij | 120 uur taakstraf | 2 maanden gevangenisstraf | 4 maanden gevangenisstraf | 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie |
Tasjesroof met een enkele duw/ruk | 3 maanden gevangenisstraf | 4 maanden gevangenisstraf | 6 maanden gevangenisstraf | 9 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
Straatroof met licht geweld of verbale bedreiging | 6 maanden gevangenisstraf | 8 maanden gevangenisstraf | 10 maanden gevangenisstraf | 9 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie |
*Van frequente recidive is sprake indien een verdachte ter zake van minimaal tien vermogensdelicten al dan niet onherroepelijk is veroordeeld, waarvan ter zake van vijf vermogensdelicten in de afgelopen twee jaar | ||||
Strafverzwarende/strafverminderende factoren:
|
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.