Stel dat u geld overgemaakt heeft naar een rekeningnummer. Helaas blijkt het bedrag overgemaakt te zijn naar een verkeerd rekeningnummer. Het geld wordt echter niet direct teruggestort door de ontvanger. Wat moet u in dit geval doen en bij wie kunt u terecht?
1. Terughalen gelden via de bank
In beginsel kunt u het geld niet storneren (terugboeken). Storneren is alleen mogelijk bij bepaalde soorten incassomachtigingen. U kunt in dit geval de bank vragen of deze het geld kan terughalen. Uw bank neemt dan contact op met de bank van de ontvanger. Die bank vraagt de ontvanger om het geld weer over te maken. In sommige gevallen geeft de ontvanger hier geen gehoor aan. Dan moet u juridische maatregelen nemen.
2. Terugvorderen gelden bij de ontvanger
Het onjuist overboeken van geld naar een ander levert een vordering op uit onverschuldigde betaling. Door de vordering uit onverschuldigde betaling kunt u het geld van de ontvanger per direct terugvorderen. De wet bepaalt namelijk dat indien u geld overmaakt naar een rekeninghouder, zonder dat daar een rechtsgrond voor was, u de geldsom van deze persoon terug kunt vorderen op grond van de wet door middel van een beroep op onverschuldigde betaling. Dit is een verbintenis tot terugbetaling. Dat betekent dat het bedrag terug gevorderd kan worden in een procedure bij de rechtbank omdat er geen juridische grondslag is voor de ontvanger om het geld te behouden.
CasusIn een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 maart 2018 speelde de volgende kwestie. Een man heeft twee overboekingen gedaan op 5 en 6 februari 2014 van respectievelijk € 22.000 en ruim € 70.000. Het was de bedoeling om de gelden over te maken vanuit zijn ABN Amro-rekening naar zijn spaarrekening bij Nationale Nederlanden. De gelden zijn echter per ongeluk naar een verkeerde rekening overgemaakt van een rekeninghouder bij ING (eerste ontvanger). De ontvanger die het geld op zijn rekening kreeg, maakte het snel over naar de rekening van zijn zoon (tweede ontvanger). Zijn zoon boekte het geld op zijn beurt over naar andere spaarrekeningen bij ING. Binnen een maand tijd werd het geld bovendien grotendeels uitgegeven. Op 1 maart 2014 ontdekte de betreffende man, het slachtoffer, dat de gelden niet op zijn spaarrekening terecht waren gekomen, maar op die van een andere hem onbekende persoon. Hij heeft dit op dezelfde dag gemeld bij ABN Amro. De dagen daarna heeft ABN Amro tevergeefs geprobeerd om het geld terug te laten boeken via ING en de ontvanger. Het slachtoffer heeft vervolgens beslag laten leggen op de rekening van de ontvanger, maar helaas was het geld toen al verdwenen. In dit waargebeurde voorbeeld heeft het slachtoffer eerst de ontvangende bank aangesproken welke bank weer de ontvanger heeft aangesproken. Toen dat niet slaagde heeft het slachtoffer juridische middelen ingezet om het geld alsnog terug te krijgen omdat hij een vordering heeft op de ontvangers uit onverschuldidgde betaling. Om die reden heeft de rechtbank ook ingestemd om het (conservatoire) beslag te leggen op de rekening. Een beslag levert echter alleen wat op als het geld nog op de rekening of rekeningen zou staan. In dit geval viste het slachtoffer echter achter het net. |
3. Opvragen NAW-gegevens bij de bank
Om een vordering neer te kunnen leggen bij de ontvanger van het geld, is het belangrijk om achter de gegevens van de ontvanger te komen. Indien de overboeking is gegaan naar de verkeerde persoon in uw adresboek is het eenvoudig om te achterhalen wie het geld onterecht heeft ontvangen.
Soms is het echter onduidelijk van wie het rekeningnummer is waarop het geld onterecht is overgemaakt. Hierbij heeft u de hulp van de banken nodig. Indien de ontvanger geen gehoor geeft aan het verzoek van de bank om het geld terug te storten, krijgt uw bank via de bank van de ontvanger de NAW-gegevens van de rekeninghouder. Deze gegevens kunt u dan opvragen bij uw eigen bank.
4. Vorderen NAW-gegevens via de rechter
In de eerder besproken casus heeft het slachtoffer ABN Amro bij brief om de zogenaamde NAW-gegevens van de eerste ontvanger verzocht. Het slachtoffer verzocht ING eveneens om al het nodige te doen om de onjuist overgeboekte bedragen veilig te stellen. Het slachtoffer heeft vervolgens telefonisch contact gehad met ING. Tijdens dit gesprek is duidelijk geworden dat de door het slachtoffer op de rekening van de eerste ontvanger overgeboekte bedragen niet meer op die rekening aanwezig waren. ING heeft verder geweigerd de zogenaamde NAW-gegevens van de tweede ontvanger te verstrekken.
Exhibitieplicht
Het slachtoffer heeft vervolgens op 25 maart 2014 een kortgedigprocedure gestart tegen ING en daarbij een beroep gedaan op artikel 843a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de zogenaamde exhibitieplicht. Dit artikel bepaalt dat gegevens overgelegd dienen te worden wanneer de eiser daarbij een rechtmatig belang heeft, het gaat om bepaalde (specifieke) bescheiden en de bescheiden betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij eiser partij is.
Geen rechtmatig belang
In de uitspraak van 11 april 2014 oordeelde de voorzieningenrechter dat de vraag of het slachtoffer een rechtmatig belang heeft bij de afgifte van de gegevens niet kan worden beantwoord, omdat niet kan worden vastgesteld of het slachtoffer op de tweede ontvanger een vordering heeft. Indien de tweede ontvanger de bedragen van de eerste ontvanger te goeder trouw heeft ontvangen, handelt de tweede ontvanger door ontvangst van de gelden niet onrechtmatig jegens het slachtoffer Dit brengt met zich mee dat eiser geen rechtmatig belang heeft bij afgifte van de persoonsgegevens. In dit geval bestaat tussen eiser en de tweede ontvanger geen rechtsbetrekking waarvoor de afgifte van de gevraagde gegevens relevant zou kunnen zijn.
Belangenafweging
Zolang het belang van eiser bij de afgifte van de gegevens niet vaststaat, heeft het slachtoffer enkel belang bij de afgifte om te kunnen vaststellen of hij een vordering op de tweede ontvanger heeft. Dit belang weegt naar het oordeel van de voorzieningsrechter niet op tegen het belang van ING bij de bescherming van de privacy van haar klanten, dat ook een algemeen doel dient, waartoe zij op grond van haar algemene voorwaarden en de Wet bescherming persoonsgegevens is gehouden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het slachtoffer bovendien andere mogelijkheden om achter de gegevens van de tweede ontvanger te komen nog niet uitgeput. Zo was de aangifte van verduistering bij de politie nog in behandeling. ING heeft bovendien verklaard dat zij aan een verzoek van de politie om de gegevens te verstrekken gehoor zal geven.
5. Aansprakelijkstelling van de bank
Het slachtoffer in de hiervoor besproken casus probeert het geld uiteindelijk via ABN Amro en ING terug te vorderen. Hij verwijt ABN Amro dat de adresboekfunctie binnen het internetbankieren op de bewuste 5 en 6 februari 2014 niet werkte waardoor hij een onjuiste combinatie heeft kunnen invoeren. Verder verwijt het slachtoffer de bank dat er geen gebruik is gemaakt van het ingebouwde controlemechanisme voor de juistheid van het rekeningnummer. Tot slot stelt hij dat ABN Amro niet alles in het werk heeft gesteld om ING ertoe te bewegen de ontvangen betalingen veilig te stellen. Volgens het slachtoffer hebben ABN Amro en ING hun zorgplicht jegens hem geschonden.
Naam-/nummercontrole
Volgens de rechtbank geldt als uitgangspunt dat banken overboekingen niet controleren en dat zij dat ook niet hoeven te doen (op grond van de Richtlijn nr. 2007/64/EG betreffende betalingsdiensten in de interne markt en artikel 7:542 van het Burgerlijk Wetboek). Banken hoeven dus geen naam-/nummercontrole uit te voeren. Dit betekent dat een bank niet aansprakelijk is voor het uitvoeren van een betaalopdracht als een klant per ongeluk een onjuist nummer invult, zoals in dit geval door het slachtoffer is gedaan.
Dat de adresboekfunctie van ABN Amro niet goed werkte, zoals eiser stelt en ABN Amro heeft bestreden, maakt dat niet anders. Dit kan niet tot het oordeel leiden dat ABN Amro aansprakelijk is voor de vervolgens bij het handmatig invoeren van het beoogde rekeningnummer door de klant gemaakte fout. Het blijft ook dan de verantwoordelijkheid van de klant om hetgeen hij heeft ingevuld zorgvuldig te controleren.
Verstrekken van NAW-gegevens
ABN Amro heeft verder met succes aangevoerd dat zij, met het sturen van twee brieven naar de ontvanger en, toen deze niet reageerde, het verstrekken van diens gegevens aan eiser, heeft voldaan aan de door alle Nederlandse banken overeengekomen en in dit soort gevallen gehanteerde interbancaire procedure “Onverschuldigde betaling”.
Rekening van de ontvanger blokkeren
ABN Amro heeft bovendien met succes betoogd dat het niet in haar macht lag om ING ertoe te bewegen om tot blokkering van de rekeningen van de ontvanger over te gaan dan wel overboekingen ongedaan te maken. Het is geheel aan ING om te beoordelen of sprake is van een situatie waarin zij jegens eiser, een derde, gehouden was om actie te ondernemen. Om een dergelijke verplichting van ING te kunnen aannemen is nodig dat ING wetenschap had van een gevaar voor een derde, in dit geval het slachtoffer (Hoge Raad 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3399). De mededeling van eiser dat het niet zijn bedoeling was geweest het geld naar de betreffende ontvanger over te maken, is onvoldoende om te oordelen dat die wetenschap bij ING aanwezig was.
Te laat ontvangen NAW-gegevens
Het verwijt dat ABN Amro te lang heeft gewacht met het doorgeven van de persoonsgegevens waardoor eiser niet eerder zelf actie kon ondernemen jegens de ontvanger gaat niet op. Van belang is namelijk dat het geld van eiser ten tijde van zijn ontdekking op 1 maart 2014 al van de rekening van ontvanger was overgemaakt naar de rekening van zijn zoon.
Het is immers niet het tijdsverloop na 1 maart 2014 maar het verstrijken van de drie weken voordat de verkeerde overboekingen werden ontdekt die de verhaalspositie van het slachtoffer ten opzichte van de ontvanger hebben verslechterd en dat is niet aan ABN Amro of ING te wijten maar aan het slachtoffer zelf.
Conclusie
Indien u geld over hebt gemaakt naar een verkeerde rekening heeft u automatisch een vordering uit onverschuldigde betaling op de ontvanger. Dit betekent dat de ontvanger het geld aan u moet terugstorten. Helaas weet u in veel gevallen niet wie de rekeninghouder is. Om daar achter te komen kunt u contact opnemen met uw bank. Als de rekeninghouder geen gehoor geeft aan het verzoek om het geld terug te storten, kunt u bij de rechter afdwingen dat de ontvanger het geld terugbetaalt. Zoals we hebben gezien, is het belangrijk dat u daarbij snel handelt. Zodra u weet wie de ontvanger is van het geld kunt u beslag laten leggen op de rekening met behulp van uw advocaat.
Bron(nen):
- Uitspraak rechtbank Amsterdam 21 maart 2018
- Uitspraak Hoge Raad 27 november 2015
- Uitspraak rechtbank Amsterdam 11 april 2014
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.