In dit blog bespreken we een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant waarin de rechtbank wordt verzocht om het verzoek tot vaststelling van partneralimentatie af te wijzen wegens wangedrag van de alimentatiegerechtigde. Dit wangedrag zou bestaan uit het verzwijgen van een inkomensstijging. Een beroep op wangedrag wordt veelal afgewezen, maar in deze zaak wordt het beroep toegewezen. Hoe zit dit precies?
1. Kinderalimentatie
De zaak betreft een verzoekster en een verweerster zodat de verzoekster als X en de verweerster als Y worden aangeduid. Y heeft de volledige zorg over het kind van X en Y. Y heeft dan ook verzocht dat X een bijdrage dient te betalen in de kosten van de opvoeding en verzorging van het kind. Het bedrag dat zij heeft verzocht is € 703,- per maand.
KinderalimentatieKinderalimentatie is een financiële bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van een kind. Beide ouders moeten samen hun kind(eren) blijven onderhouden tot zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. Bij een echtscheiding worden afspraken gemaakt over de kinderalimentatie in het ouderschapsplan. Rechtbank Wanneer beide partijen er echter niet samen uitkomen dan kan een van hen naar de rechter stappen. De rechter bepaalt dan of er recht is op kinderalimentatie en wat de hoogte is van de kinderalimentatie. Bij de berekening van de kinderalimentatie door de rechtbank wordt er met een aantal factoren rekening gehouden. Het gaat om de zogenoemde ‘tremanormen’. Behoefte Ten eerste wordt gekeken naar de behoefte van het kind. Hierbij gaat het om wat het kind nodig heeft, dus het bedrag dat nodig is om het kind te voorzien in zijn of haar levensonderhoud. Het netto besteedbare gezinsinkomen van vlak voor de scheiding wordt bij de bepaling van de behoefte in acht genomen. Draagkracht Ten tweede wordt gekeken naar de draagkracht van de ouders. Daarbij gaat het om wat beide ouders kunnen betalen. Het netto maandinkomen wordt berekend en daar wordt hetgeen wat een ouder minimaal zelf nodig heeft om van te leven van afgetrokken. Hetgeen wat overblijft wordt de draagkrachtruimte genoemd. Van deze draagkrachtruimte is 70% bedoeld voor de kinderalimentatie. |
1.1. Behoefte kind
De behoefte van het kind is door de rechter in de bovengenoemde uitspraak vastgesteld op € 844,90 per maand. Bij de berekening van de draagkracht van X is haar bruto-inkomen meegenomen, vermeerderd met 8% vakantietoeslag en daarnaast is ook de opgevoerde ingehouden pensioenpremie meegenomen.
1.2. Draagkracht X
De rechtbank rekent ook een gemiddelde van bonussen die X heeft verdiend over de jaren 2020, 2021 en 2022 mee. X heeft volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd dat de bonus niet structureel van aard is en er is ook niet voldoende gebleken dat X de bonus in de toekomst niet meer kan verwachten. Daarom heeft de rechtbank besloten het gemiddelde van de bonussen wel mee te nemen in de berekening. De draagkracht van X wordt door de rechtbank vastgesteld op € 1.634,- per maand.
1.3. Draagkracht Y
Ook de draagkracht van Y is door de rechtbank berekend. Hierbij heeft de rechtbank rekening gehouden met het bruto-inkomen, een eindejaarsuitkering vermeerderd met een bindingstoelage, een ingehouden pensioenpremie en ingehouden premie arbeidsongeschiktheid. Uitgaande van deze genoemde financiële gegevens en het kindgebonden budget van één kind, is de draagkracht van Y vastgesteld op € 1.059,-.
1.4. Draagkrachtvergelijking
De rechtbank gebruikt vervolgens een formule om de verdeling van de kosten van beide ouders te berekenen, de zogeheten draagkrachtvergelijking. Deze formule houdt in beginsel in dat de draagkracht van elk wordt gedeeld door de totale draagkracht van beide ouders en de uitkomst wordt vermenigvuldigd met de behoefte. De rechtbank komt dan op een uitkomst van € 512,65 per maand aan kinderalimentatie die X dient te betalen aan Y.
2. Partneralimentatie
Y heeft ook een verzoek gedaan tot vaststelling van partneralimentatie. Zij verzoekt dat X een bedrag van € 2.300,- betaalt om bij te dragen in de kosten van haar levensonderhoud.
PartneralimentatieNa een echtscheiding bestaat de plicht om elkaar te onderhouden in de kosten van het levensonderhoud. Het gaat om een maandelijkse financiële bijdrage van de ene ex-partner aan de andere ex-partner. Wanneer een van de ex-partners onvoldoende inkomsten heeft en ook niet van diegene verwacht kan worden dat hij of zij voldoende inkomsten zal kunnen verwerven dan bestaat de plicht tot partneralimentatie. Draagkracht De andere ex-partner moet wel in staat zijn om een bijdrage te kunnen leveren. Hij of zij moet dus voldoende draagkracht hebben. In het echtscheidingsconvenant kan van partneralimentatie overigens worden afgezien. Indien de ex-partner die recht heeft op partneralimentatie opnieuw gaat trouwen, een geregistreerd partnerschap aangaat, gaat samenwonen of op een andere manier voldoende inkomsten heeft, dan vervalt het recht op partneralimentatie. Lees ook: Moet ik partneralimentatie blijven betalen als mijn ex samenwoont? Behoefte Ook bij de berekening van partneralimentatie wordt dus gekeken naar de draagkracht van de ene ex-partner (de alimentatieplichtige) maar ook naar de behoefte en de behoeftigheid van de andere ex-partner (de alimentatiegerechtigde). Bij de berekening van de behoefte wordt uitgegaan van het netto besteedbaar gezinsinkomen. Hiervan wordt het eigen aandeel van de kosten van de kinderen afgetrokken en wat overblijft wordt door tweeën gedeeld. Dit gehalveerde bedrag vermeerderd met 10% is de behoefte van de ene ex-partner, ofwel de rechter neemt 60% van het netto besteedbaar gezinsinkomen minus het eigen aandeel van de kosten van de kinderen. Wel worden er nog inkomsten uit arbeid van de behoefte afgetrokken waarna de aanvullende behoefte resteert. Behoeftigheid De behoeftigheid houdt in dat een ex-partner niet in zijn of haar eigen inkomsten kan voorzien. Dus wanneer iemand echt niet kan werken bijvoorbeeld door gezondheid of zorg voor de kinderen. Wanneer degene die recht heeft op partneralimentatie wel voldoende eigen inkomen heeft kan er een jusvergelijking worden gemaakt. Hierbij worden de financiële situaties van beide partners met elkaar vergeleken. Deze vergelijking voorkomt dat de partner die recht heeft op alimentatie niet uiteindelijk in een gunstigere financiële situatie komt dan de partner die alimentatie moet betalen. Lees ook: Hoe wordt partneralimentatie berekend? Lees ook: De vaststelling van partneralimentatie door de rechter |
2.1. Behoefte Y
De rechtbank berekent de behoefte van Y door het nette besteedbaar gezinsinkomen € 6.684,- te verminderen met de kosten voor het kind € 805,-. De uitkomst is € 3.527,40. Na indexering bedraagt het bedrag € 3.702,25 per maand.
2.2. Aanvullende behoefte Y
De eigen inkomsten van Y worden hierop in mindering gebracht waardoor er een nettobedrag van € 287,25 per maand overblijft zijnde de aanvullende behoefte waarin X dient bij te dragen als zij daarvoor de draagkracht heeft. Zij moet overigens het brutobedrag betalen dat hoort bij dit bedrag van € 505,- per maand omdat de partneralimentatie aftrekbaar is voor Y.
2.3. Draagkracht X
De draagkracht van X wordt door de rechtbank berekend op € 1.813,- bruto per maand. Ook voert de rechtbank nog een jusvergelijking uit om te beoordelen of Y door de partneralimentatie in een betere financiële positie zou komen dan X, maar de rechtbank constateert na vergelijking dat dit niet het geval is. Dat betekent dat X voldoende draagkracht heeft om maandelijks een bedrag van € 505,- te betalen aan Y.
3. Grievend gedrag
Indien een partij zich zo ernstig grievend heeft gedragen tegenover de andere partij kan de rechtbank beslissen dat het onredelijk is voor de andere partij om nog in het levensonderhoud van de ex-partner te voorzien. Wat onder grievend gedrag of wangedrag wordt verstaan is afhankelijk van het geval. De rechter laat zich in zo’n geval leiden door de redelijkheid en billijkheid.
Lees ook: Geen partneralimentatie bij grievend gedrag?
3.1. Verzwijgen inkomensstijging
Y heeft in de tijd van de voorlopige voorzieningen-procedure verzwegen dat zij meer is gaan werken en dus meer inkomsten had dan was opgegeven. Door dit te verzwijgen is haar inkomen op een veel te laag bedrag bepaald en daardoor is haar aanvullende behoefte op een te hoog bedrag uitgekomen.
3.2. Geen partneralimentatie
Het verzwijgen en ook het niet uit zichzelf geven van openheid van zaken, rekent de rechtbank haar zwaar aan. De rechtbank oordeelt dat Y zich in zodanige mate schuldig heeft gemaakt aan wangedrag jegens X, dat van X niet meer redelijkerwijs kan worden verwacht om bij te dragen in het levensonderhoud van Y. Vanwege het wangedrag legt de rechtbank dus een sanctie op, namelijk het verlies van het recht op partneralimentatie.
Lees ook: Over grievend gedrag en vernietiging van partnerschapsvoorwaarden
Lees ook: Beschuldiging van kindermisbruik: geen partneralimentatie
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.