Bij het eindigen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap komt veel kijken. Zo moeten u en uw ex-partner ineens allerlei zaken regelen omtrent de verdeling van de inboedel, de woning, eventuele alimentatie en nog veel meer. Wat echter vaak vergeten wordt, zijn de zaken die u pas in de toekomst zult gaan merken, zoals het pensioen. Wanneer heeft uw ex-partner recht op de helft van uw opgebouwde pensioenen en hoe vindt deze verdeling precies plaats?
Verdeling van pensioen
Het verdelen van het pensioen tussen ex-partners wordt verevening van pensioenrechten genoemd. Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) kan uw ex-partner mogelijk aanspraak maken op uw pensioen. De gedachte hierachter is dat ex-partners moeten worden gecompenseerd voor de inspanning tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap en dat zij er financieel niet aanmerkelijk achteruit op moeten gaan.
Welke verdeling?
De wettelijke verdeling houdt in dat u en uw ex-partner over en weer het recht hebben op de helft van het ouderdomspensioen van de ander dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd.
Welk pensioen wordt verdeeld?
De volgende pensioenen worden meegenomen in de verdeling:
- ouderdomspensioenen opgebouwd tijdens het huwelijk of het geregistreerd partnerschap.
- zelf gespaard pensioen op de spaarrekening of in de vorm van lijfrente.
- werknemerspensioen.
- militaire pensioen.
- kapitaalverzekering met pensioenclausule.
De pensioenen die als individueel worden beschouwd en niet worden verdeeld zijn:
- AOW-pensioen.
- nabestaandenpensioen.
- invaliditeitspensioen.
- pensioen in geval van ongehuwd samenwonen.
Wanneer vervallen deze rechten?
U valt onder de Wet VPS als u na 30 april 1995 bent gescheiden of het geregistreerd partnerschap heeft beëindigd. Als u tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 bent gescheiden en de verdeling van uw bezittingen vond na de scheiding plaats, dan valt u niet onder de Wet VPS. Dan geldt een andere pensioenverdeling op grond van het Boon van Loon arrest. In alle andere gevallen kunt u geen aanspraak maken op het pensioen van uw ex-partner. We gaan hierna uit van de toepasselijkheid van de Wet VPS.
Afzien van pensioenrechten
De meest voor de hand liggende manier om de verevening van pensioenrechten te voorkomen is het opstellen van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Dit gebeurt voor het aangaan van het huwelijk of het partnerschap.
Mocht u toch getrouwd zijn in gemeenschap van goederen of geen voorwaarden hebben opgesteld bij het aangaan van het geregistreerd partnerschap, dan kunt u in het (echt)scheidingsconvenant met uw ex-partner afspreken om af te zien van elkaars pensioenrechten. Dit gebeurt meestal wanneer het opgebouwde pensioen van beide partijen (nagenoeg) gelijk is en verevening dus niet effectief zal zijn.
Termijnvereisten
Ook moeten ex-partners binnen 2 jaar na de scheiding of beëindiging van het partnerschap het pensioenfonds middels een formulier op de hoogte brengen van de scheiding. Doen partijen dit niet op tijd, dan vervalt het recht van de ex-partner om het pensioenfonds aan te spreken. Ex-partners behouden het recht op de helft van het pensioen nog wel, maar moeten dan worden uitbetaald door de ex die het pensioen heeft opgebouwd.
In veel situaties is dit natuurlijk niet wenselijk. Enerzijds omdat u geen garantie heeft dat de ex-partner ook daadwerkelijk zal uitbetalen, maar anderzijds brengt het ook fiscale nadelen met zich mee. Als de pensioenuitvoerder namelijk uitkeert dan zijn de premies en belastingen al ingehouden, maar als uw ex-partner uitkeert, dan is dit niet het geval. Het uitbetaalde pensioen valt dan onder uw belastbaar inkomen. Dit kan ertoe leiden dat de uitbetaalde partner ineens in een andere inkomensschijf komt te vallen.
Klein pensioen
Verder wordt gekeken naar het netto bedrag dat moet worden uitbetaald aan de partner die recht heeft op de helft van het opgebouwde pensioen van de ander. Als de pensioenuitvoerder aan de ex-partner uitbetaalt, dan wordt rekening gehouden met netto ondergrens die wettelijk is bepaald. De ondergrens wordt jaarlijks vastgesteld. Zo was de ondergrens per 1 januari 2016 gesteld op € 465,94 bruto. Als de pensioenuitvoerder een kleiner bedrag dan de ondergrens moet uitbetalen, dan wordt dit gezien als een klein pensioen en vindt er geen verdeling plaats.
Niet eens met verdeling: wat nu?
Stel u bent het niet eens met de uitbetaling aan uw ex-partner, dan kunt u hier op verschillende manieren bezwaar tegen maken. Als de pensioenuitvoerder uitbetaalt aan uw ex-partner, dan kunt u altijd via een bezwaar- en beroepsregeling van de pensioenuitvoerder een procedure starten. Mocht u het niet eens zijn met de uitkomst of er niet uit komen met de pensioenuitvoerder, dan kunt u zich altijd wenden tot de rechter. In dat geval is het verstandig om een advocaat in de arm te nemen die u kan voorzien van deskundig advies en de procedure voor en met u kan doorlopen.
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.