Als u gehuwd bent in gemeenschap van goederen dan dient deze gemeenschap bij helfte verdeeld te worden bij ontbinding daarvan. In welk geval kan de rechter bepalen dat uw partner toch geen aanspraak maakt op de helft van het huwelijksvermogen? In dit artikel bespreken we dit aan de hand van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam.
1. Artikel 1:100 BW
Wat bepaalt artikel 1:100 van het Burgerlijk Wetboek (BW)? Dit artikel betreft het aandeel in de ontbonden gemeenschap. De ontbonden gemeenschap ontstaat op het moment dat het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. Het eerste lid van artikel 1:100 BW bepaalt dat de echtgenoten een gelijk aandeel hebben in deze ontbonden gemeenschap, tenzij anders is bepaald. De gemeenschap van goederen wordt dus in principe bij helfte verdeeld.
Afwijking
Hier kan in uitzonderlijke gevallen echter van worden afgeweken. Zo kan afgeweken worden van de gelijke verdeling van de gemeenschap van goederen indien dit opgenomen is in de huwelijkse voorwaarden of indien een echtscheidingsconvenant opgesteld is en dit hierin opgenomen is. Voorts kan ook op grond van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid afgeweken worden van deze hoofdregel. In deze uitspraak is dit onderwerp aan de orde.
2. Feiten en omstandigheden
Wat speelde er in de onderliggende zaak? Partijen zijn gehuwd in Suriname. De man heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. De vrouw heeft de Surinaamse nationaliteit en woont in Suriname.
Bij beschikking van 7 december 2016 heeft deze rechtbank de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Nu moet alleen nog de gemeenschap van goederen verdeeld worden die ontstaan is door het huwelijk. Verder is van belang dat zij niet is komen opdagen op de zitting en zij ook geen verweer heeft gevoerd.
3. Procedure
De man dient een verzoekschrift in bij de rechtbank Amsterdam omdat hij wenst dat de gemeenschap van goederen niet bij helfte wordt verdeeld, omdat het huwelijksvermogen voornamelijk bestaat uit voorhuwelijksvermogen en de vrouw geen bijdrage geleverd heeft aan de woning en inboedel.
Verzoek verdeling gemeenschap van goederen
De man heeft de rechtbank verzocht om af te wijken van de hoofdregel in artikel 1:100 BW waarbij de gemeenschap van goederen bij helfte verdeeld wordt en te bepalen dat de inboedel van de woning niet valt in de gemeenschap van goederen, de vrouw geen aanspraak maakt op de helft van de eventuele waardevermeerdering van de woning en de helft van de inboedel van de woning en dat spaartegoeden op de bankrekening van de man aan de man toebedeeld worden waarbij hetzelfde geldt voor de vrouw.
4. Beoordeling rechtbank
Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank Amsterdam heeft in eerste instantie geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dus kennis mag nemen van het verzoek. Nederlands recht dient toegepast te worden, omdat partijen geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben of een eerste huwelijksdomicilie en het huwelijksvermogensregime van partijen het nauwst verbonden is met Nederland.
Oordeel gemeenschap van goederen
De rechtbank oordeelt dat ingevolge artikel 1:100 BW de echtgenoten een gelijk aandeel in de ontbonden gemeenschap hebben, zodat die gemeenschap bij helfte dient te worden verdeeld. Een afwijking op deze hoofdregel kan slechts worden aangenomen in zeer uitzonderlijke omstandigheden, waarin het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de ene echtgenoot zich jegens de andere beroept op een verdeling bij helfte van de ontbonden gemeenschap.
Gezien de feiten dat partijen nimmer hebben samengewoond, de vrouw zwanger bleek van een andere man, het huwelijksvermogen voornamelijk bestaat uit voorhuwelijksvermogen van de man en de vrouw geen verweer heeft gevoerd, heeft de rechtbank geoordeeld dat er in dit geval sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden welke ertoe leiden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de vrouw aanspraak zou kunnen maken op de helft van het huwelijksvermogen.
Oordeel verzoeken man
De verzoeken van de man worden dan ook toegewezen door de rechtbank. De vrouw maakt geen aanspraak op de overwaarde van de woning van de man en de inboedel van de woning valt niet in de gemeenschap van goederen. Spaartegoeden op de bankrekening van de man worden toebedeeld aan de man en hetzelfde geldt voor de vrouw.
5. Conclusie
De rechtbank Amsterdam heeft het verzoek van de man om af te wijken van de hoofdregel in artikel 1:100 BW en de gemeenschap van goederen toegewezen en daarmee de gemeenschap niet bij helfte verdeeld omdat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Voorhuwelijksvermogen
Deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam leert ons dat in uitzonderlijke gevallen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid afgeweken kan worden van de hoofdregel in artikel 1:100 BW en de gemeenschap van goederen niet bij helfte verdeeld hoeft te worden. Blijkens deze uitspraak is het mogelijk om de gemeenschap van goederen niet bij helfte te verdelen indien dit voornamelijk bestaat uit voorhuwelijksvermogen. Dit betekent dat de ontstane gemeenschap van goederen door het huwelijk voor het merendeel bestaat uit het vermogen van partijen van vóór het aangaan van het huwelijk. Tijdens het huwelijk is het vermogen door beide partijen nauwelijks aangevuld. In zo een situatie kan dus een geslaagd beroep op de maatstaven van redelijkheid en billijkheid plaatsvinden en de gemeenschap van goederen niet bij helfte verdeeld worden.
Bijzondere omstandigheden
Daarbij is wel van belang dat de rechtbank ook heeft meegewogen dat de vrouw zwanger werd van een andere man en ook dat zij geen verweer heeft gevoerd. Dat betekent dat een geslaagd beroep op afwijking van artikel 1:100 BW nog altijd zeer uitzonderlijk is. Dat betekent dat het dan ook van groot belang is dat u in uw situatie laat uitzoeken door een gespecialiseerd advocaat om te bezien of een beroep op een dergelijke uitzondering mogelijk is in uw geval.
Bron(nen):
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.