Geen partneralimentatie bij grievend gedrag?

Al in de eerste helft van de twintigste eeuw is in de rechtspraak bepaald dat grievend gedrag een factor is waarmee de rechter rekening houdt bij het toekennen van partneralimentatie. Ondanks het feit dat er aan alle wettelijke maatstaven voor de toekenning van partneralimentatie is voldaan kan de rechter besluiten op grond van grievend gedrag geen partneralimentatie aan de alimentatiegerechtigde toe te kennen. In dit artikel leest u wat grievend gedrag inhoudt en wanneer de rechter kan besluiten geen partneralimentatie toe te kennen op grond van grievend gedrag.

1. Wat is grievend gedrag?

Grievend gedrag, of wangedrag, is een subjectieve niet-financiële factor die de vaststelling van partneralimentatie door de rechter kan beïnvloeden. Bij de toekenning van partneralimentatie laat de rechter zich leiden door de wettelijke maatstaven, maar ook door de redelijkheid en billijkheid. Over de vaststelling van partneralimentatie kunt u hier meer informatie vinden. Ondanks het feit dat het verzoek tot partneralimentatie voldoet aan de wettelijke maatstaven kan de rechter op grond van de redelijkheid en billijkheid besluiten geen partneralimentatie toe te kennen aan de alimentatiegerechtigde.

Ernstige aard

Het begrip lijkt duidelijk genoeg, maar bij het definiëren van het begrip ‘grievend gedrag’ ontslaan er vaak problemen in de praktijk waardoor het moeilijk is om te bepalen of een beroep op grievend gedrag kan slagen. Het begrip grievend gedrag is namelijk subjectief. Het begrip is niet in de wet vastgelegd maar in de jurisprudentie ontwikkeld. Of sprake is van grievend gedrag wordt aan het oordeel van de rechter overgelaten. Volgens vaste jurisprudentie dient er sprake zijn van ‘feiten en omstandigheden van zodanige ernstige aard dat van een ex-echtgenoot niet, of niet ten volle gevergd kan worden om in het levensonderhoud van de ander bij te dragen’.

Lotsverbondenheid

De grondslag voor het recht op partneralimentatie wordt gevormd door de zogeheten lotsverbondenheid. De lotsverbondenheid tussen de (ex-)echtgenoten ontstaat op het moment van het sluiten van het huwelijk. De lotsverbondenheid tussen de echtelieden houdt echter niet op te bestaan na een echtscheiding. Grievend gedrag kan het gevolg hebben dat deze lotsverbondenheid wordt verbroken. Hierdoor vervalt het recht op partneralimentatie. Een enkele constatering van een grievende gedraging van een onderhoudsgerechtigde leidt niet snel tot een verbreking van de lotsverbondenheid. Er dient dus sprake te zijn van zeer ernstige misdragingen van de alimentatiegerechtigde. Het gedrag van de alimentatiegerechtigde dient als verwijtbaar afkeurenswaardig gedrag aangemerkt te worden.

2. Wat zegt de rechtspraak over grievend gedrag?

Effect van de gedraging

De Hoge Raad heeft op 7 mei 2010 bepaald dat de bedoeling van de alimentatiegerechtigde niet doorslaggevend is. Beslissend is of het gedrag van de alimentatiegerechtigde valt aan te merken als verwijtbaar afkeurenswaardig gedrag. Doorslaggevend hierin is de uitwerking die de betrokken gedraging van de alimentatiegerechtigde op de alimentatieplichtige heeft. In deze zaak sprong de man van de derde verdieping op het moment dat de vrouw hem vertelde van hem te willen scheiden. Hierna heeft hij een verzoek tot partneralimentatie ingediend.

De vrouw heeft naar aanleiding van de gebeurtenis psychologische klachten ontwikkeld en is in therapie geweest. Zij stelde dat de man dit heeft gedaan omdat hij haar wilde chanteren om bij hem te blijven. De vrouw stelde dat de lotsverbondenheid door het wangedrag van de man was verbroken en zij niet behoefde te voorzien in zijn levensonderhoud. De man stelde dat hij uit wanhoop was gesprongen. Het hof heeft de man in het gelijk gesteld omdat uit niets was gebleken wat de bedoeling van de man is geweest. Doorslaggevend was echter niet zijn bedoeling, volgens de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, maar de uitwerking die het gedrag van de man op de vrouw heeft gehad.

Wanneer het gedrag als ernstig genoeg wordt beschouwd, hoeft de alimentatieplichtige niet te onderbouwen waarom deze zich zodanig gegriefd voelt dat het gevoel van lotsverbondenheid verbroken is. Wanneer het gedrag van de alimentatiegerechtigde niet gelijk als grievend genoeg door de rechter wordt beschouwd, neemt de rechter de vraag of de alimentatieplichtige zich daadwerkelijk gegriefd voelt mee in de beoordeling. De alimentatieplichtige dient dit wel aan te kunnen tonen.

Overspel

Voor de toewijzing van partneralimentatie is sinds 1971 niet meer van belang wie de schuld draagt voor de duurzame ontwrichting van het huwelijk. De Hoge Raad heeft opgemerkt dat het voor de toekenning van partneralimentatie niet vereist is dat de alimentatiegerechtigde geen schuld draagt aan de duurzame ontwrichting. Dit is de reden waarom overspel als niet voldoende grievend wordt beschouwd.

Een beroep van een alimentatieplichtige op grievend gedrag gebaseerd op overspel, ook al heeft het overspel meerdere malen plaatsgevonden, zal door de rechter ongegrond worden verklaard. Wat echter wel doorslaggevend bij overspel kan zijn, is wanneer de man in de waan is gelaten dat de tijdens het huwelijk geboren kinderen zijn biologische kinderen zijn, terwijl de kinderen het product zijn van het overspel van de vrouw.

Geestesstoornis

De rechter neemt in de beoordeling van het grievend gedrag ook de vraag mee of het gedrag aan de alimentatiegerechtigde toegerekend kan worden. De rechter kijkt dan naar de vraag of er bij de alimentatiegerechtigde sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of een stoornis van het geestesvermogen. Indien er wel sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of een stoornis van het geestesvermogen zou een beroep kunnen slagen.

Het beroep zal echter niet slagen wanneer het gedrag een deel van het gezamenlijk verleden van de partijen heeft uitgemaakt. Indien een geestesstoornis een deel heeft uitgemaakt van het huwelijk zal de rechter het gedrag dat vanuit die geestesstoornis voortvloeit niet snel als grievend gedrag aannemen. De geestesstoornis maakt dan een deel uit van het gezamenlijk verleden van de partijen. De alimentatieplichtige is bewust geweest van de stoornis en heeft er desondanks voor gekozen bij de alimentatiegerechtigde te blijven tijdens het huwelijk.

Terughoudendheid

Bij de beoordeling van grievend gedrag dient er volgens de rechter terughoudendheid te worden betracht, mede gelet op het onherroepelijke karakter van zo’n beëindiging dan wel matiging van de partneralimentatie. Ook dient bedacht te worden dat het op zichzelf niet ongebruikelijk is dat een echtscheiding gepaard gaat met de nodige emoties, verdriet en conflict. Niet iedere vorm van wangedrag dan wel grievend gedrag is daarom aanleiding om de onderhoudsverplichting te matigen of te beëindigen.

3. Wat zijn de gevolgen van grievend gedrag?

Wanneer de rechter vaststelt dat er sprake is van grievend gedrag en dat de lotsverbondenheid tussen de (ex-)echtgenoten is verbroken vanwege dat grievende gedrag, kan hij bepalen dat de partneralimentatie wordt gematigd, beëindigd, of in tijd word beperkt. Zoals hiervoor besproken kan grievend gedrag het gevolg hebben dat de lotsverbondenheid wordt verbroken. In de praktijk kan het ook gebeuren dat de lotsverbondenheid niet wordt verbroken maar wordt aangetast. Dit heeft tot gevolg dat de partneralimentatie kan worden gelimiteerd. Daarnaast kan de alimentatie op nihil worden gesteld vanwege het wangedrag.

Nihilstelling

Er is een verschil tussen beëindiging en nihilstelling van partneralimentatie. Nihilstelling betekent dat de partneralimentatie op nul wordt gesteld. Wanneer partneralimentatie op nihil wordt gesteld, kan er op een later tijdstip een wijziging van deze partneralimentatie worden verzocht bij de rechter. Dit kan wanneer de omstandigheden van de alimentatiegerechtigde veranderen. De nihilstelling door de rechter is niet onherroepelijk. De matiging of beëindiging van partneralimentatie is dat daarentegen wel. Wanneer de lotsverbondenheid eenmaal is doorbroken, kan dit niet meer herroepen worden.

4. Conclusie

De vaststelling van grievend gedrag door de rechter kan het gevolg hebben dat de lotsverbondenheid tussen de (ex-)echtgenoten wordt verbroken. De lotsverbondenheid tussen echtgenoten is de grondslag voor partneralimentatie zodat het recht op partneralimentatie vervalt met met het vervallen van de lotsverbondenheid. De term grievend gedrag is subjectief en enkel de rechter kan vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van grievend gedrag. De jurisprudentie is leidend bij het vaststellen van grievend gedrag.

Advies

Ondanks de vele rechterlijke uitspraken kan het lastig zijn om vooraf het oordeel van de rechter over de vraag of er sprake is van grievend gedrag in te schatten. Indien u van mening bent dat uw (ex-)echtgenoot zich grievend heeft gedragen, is het advies om u goed te laten adviseren door een ervaren advocaat. Een advocaat kan u adviseren of een beroep op grievend gedrag mogelijk een kans van slagen heeft op basis van de beschikbare rechtspraak.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.