Strafbaarstelling voorbereidingshandelingen seksueel misbruik met kinderen

In binnen- en buitenland is de afgelopen jaren een niet aflatende stroom van berichten over seksueel grensoverschrijdend gedrag te lezen en volgt de ene affaire de andere op. Zeker wanneer het gaat om kinderen is effectieve wetgeving in het tegengaan van kindermisbruik van niet te onderschatten waarde. In een tijd waarin kindermisbruikers via het internet (dark web) schijnbaar ongezien informatie kunnen uitwisselen over kindermisbruik is daarom nagedacht over een wetsvoorstel om voorbereidingshandelingen voor het seksueel misbruiken van kinderen strafbaar te stellen. In dit blog gaan wij in op dit wetsvoorstel.

1. Nieuwe artikel 240c Sr

1.1. Strafbaarstelling

Het Wetsvoorstel strafbaarstelling voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel kindermisbruik zal het Wetboek van Strafrecht wijzigen door artikel 240c van het Wetboek van Strafrecht (Sr) toe te voegen waarmee het in bezit hebben van teksten met advies en/of richtlijnen over het seksueel misbruiken van kinderen zelfstandig strafbaar wordt gesteld.

Wanneer iemand dus (opzettelijk) middelen, gelegenheid of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen of kennis en vaardigheden opdoet en/of een ander bijbrengt die leidt tot seksueel misbruik, is diegene op grond van het nieuwe artikel 240c Sr strafbaar.

1.2. Maximum straf

De maximale straf op het plegen van voorbereidingshandelingen in het kader van seksueel misbruik met kinderen zoals vervat in het nieuwe artikel 240c Sr wordt vier jaren gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie. In de praktijk moet uiteraard nog blijken hoe hoog de straffen daadwerkelijk zullen uitvallen.

1.3. Effectiviteit

Verschillende huidige wetten geven al een grondslag om het bezit van instructies voor seksueel misbruik van minderjarigen strafbaar te stellen. Een voorbeeld is artikel 48 lid 2 Sr die het opzettelijk de gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van een misdrijf als medeplichtige van een misdrijf strafbaar stelt.

Volgens de Memorie van Toelichting schiet artikel 48 Sr echter tekort indien bijvoorbeeld wel middelen, gelegenheid of inlichtingen zijn aangeboden, maar geen misdrijf is gepleegd of een strafbare poging daartoe of voorbereiding daarvan is gevolgd.

Artikel 240c Sr moet er, aanvullend op de reeds bestaande wet- en regelgeving, voor zorgen dat specifiek de voorbereidingshandelingen voor seksueel misbruik van minderjarigen strafbaar wordt gesteld en daartegen dus effectiever opgetreden kan worden juist om daadwerkelijk kindermisbruik zoveel mogelijk te voorkomen.

2. Achtergrond en doel

Momenteel verbiedt artikel 240 Sr het verspreiden en/of tonen van pornografische geschriften, net als het in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen van iemand die de leeftijd van achttien nog niet heeft bereikt.

2.1. Verspreiding handleidingen

Ondanks deze wetgeving worden er handboeken of handleidingen op het afgeschermde deel van het internet, het dark web, verspreid. Dit is op zichzelf nog niet strafbaar op grond van artikel 240 Sr en kan wel worden vervolgd onder het nieuwe artikel 240c Sr.

2.2. Criminele netwerken

Deze handboeken of handleidingen brengen namelijk een gevaar met zich mee doordat (potentiële) kindermisbruikers zich goed kunnen laten informeren over hoe zij het beste te werk kunnen gaan. Ook wordt er een crimineel netwerk opgebouwd waarin het misbruiken van kinderen genormaliseerd wordt. Met deze achtergrond is artikel 240c Sr volgens de wetgever op zijn plaats.

2.3. Doelstelling

Het wetsvoorstel moet dan ook voorkomen dat zowel ervaren, maar vooral onervaren kindermisbruikers aan de slag gaan. Het dark web is namelijk uiteindelijk voor iedereen toegankelijk en een ieder die belangstelling heeft voor seks met kinderen hoeft niet veel moeite te doen om aan deze handleidingen te komen. De voorgestelde strafbaarstelling moet ervoor zorgen dat het gevaar van seksueel misbruik van kinderen vroegtijdig wordt voorkomen.

Dit wetsvoorstel maakt deel uit van een bredere roep om slachtoffers van seksueel misbruik, zowel kinderen als volwassenen, beter te beschermen en dient in het licht bezien te worden van de ontwikkelingen de laatste jaren, mede onder invloed van de #MeToo-beweging, waarbij er steeds meer aandacht is voor slachtoffers van seksueel geweld.

Lees ook: Nieuwe wet moet slachtoffers beter beschermen tegen seksueel misbruik

3. Verwachtingen

De nieuwe wetgeving zal veranderingen met zich mee brengen voor het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie. We bespreken hierna welke verwachtingen er in dat kader zijn.

3.1. Uitvoering en handhaving

Zo zullen de politie en het OM voor deze nieuwe wetgeving online strafbare feiten moeten opsporen. Dit maakt de handhaving lastiger, maar door middel van technologische ontwikkelingen is het mogelijk om de handleidingen op te sporen en ontoegankelijk te maken. Het zal dan nog wel de vraag blijven of de gevonden handleiding niet nog ergens anders op het web staat.

3.2. Advies OM en politie

De adviezen van het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie wijzen erop dat er beperkte praktische mogelijkheden zijn om verdachten te identificeren, op te sporen en te vervolgen. Ook geven zij aan dat zij meer prioriteit hebben voor zaken waar al een vermoeden is van actueel seksueel misbruiken van minderjarigen, vanwege de beschikbare capaciteit. De nieuwe strafbaarstelling zal dus voornamelijk als ‘bijvangst’ worden gezien.

3.3. Financiële gevolgen

Tot slot zal dit wetsvoorstel weinig financiële gevolgen hebben, gezien het vooral om een ‘bijvangst’ gaat. Er zal in de meeste gevallen al een onderzoek lopen. De politie, het OM en de rechtspraak zullen wel wat veranderingen moeten aanbrengen om de strafbaarstelling op te nemen in opleidingen en beleidsregels.

4. Conclusie

De nieuwe strafbaarstelling in artikel 240c Sr zal het in bezit hebben van teksten met advies en/of richtlijnen over het seksueel misbruiken van kinderen zelfstandig strafbaar stellen. Het doel is om het gevaar van seksueel misbruik van kinderen vroegtijdig te voorkomen.

De verwachting is dat er weinig zelfstandige opsporing naar dit feit zal zijn, aangezien daar maar beperkte ruimte en prioriteit voor is bij politie en justitie. In lopende onderzoeken kan dit strafbare feit wel worden meegenomen zo blijkt uit de adviezen van het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.