Vijf procent van de bevolking in Nederland is moslim ofwel bijna 1 miljoen mensen. De moslims in Nederland hebben hun eigen geloof, cultuur, gewoonten en opvattingen omtrent het familierecht die afwijken van het Nederlandse familierecht. Het islamitische familierecht heeft in het Nederlandse recht geen officiële positie. Desondanks houdt de Nederlandse rechter rekening met het islamitische familierecht, bijvoorbeeld op het gebied van bruidsgave bij de echtscheiding. Maar wat moet de Nederlandse rechter daar nu mee?
Islamitisch uitgangspunt
De bruidsgave is een geschenk dat de man aan de vrouw geeft bij het aangaan van een islamitisch huwelijk. De bruidsgave bestaat uit geld, goud, sieraden of een combinatie hiervan maar kan ook bestaan uit bijvoorbeeld een pelgrimstocht naar mekka.
De bruidsgave komt in beginsel geheel aan de vrouw toe na de echtscheiding. Het islamitische uitgangspunt is dus dat de man eenzijdig een geschenk aan de vrouw geeft dat eigendom blijft van de vrouw en dus nooit gedeeld hoeft te worden met de man. Ook als de man de bruidsgave niet volledig heeft voldaan, behoudt de vrouw een vordering op de man.
Lees hier verder over de bruidsgave naar islamitisch en Nederlands recht.
Nederlandse rechtspraak
De bruidsgave is een islamitische rechtsfiguur en is in Nederland niet gekwalificeerd. Omdat de kwalificatie van de bruidsgave binnen de Nederlandse rechtspraktijk ontbreekt, interpreteert de Nederlandse rechter de bruidsgave soms als partneralimentatie, vermogensbestanddeel, verbintenis uit overeenkomst of als een geheel aparte rechtsfiguur.
Bruidsgave als partneralimentatie
Zo hebben rechters de bruidsgave als partneralimentatie gekwalificeerd. Er is echter een groot verschil tussen partneralimentatie en de bruidsgave. Een alimentatieovereenkomst wordt immers overeengekomen door echtgenoten met het oog op een voorgenomen echtscheiding, terwijl een bruidsgave een essentieel onderdeel is in het proces van de huwelijkssluiting.
Een tweede reden waarom de kwalificatie van bruidsgave als partneralimentatie niet geschikt is, rust op de maatstaven draagkracht en behoefte die de hoogte van de partneralimentatie bepalen. Anders dan de partneralimentatie is de bruidsgave exclusief bestemd voor de vrouw en spelen zaken zoals draagkracht en behoefte niet direct een rol.
Zo zien we dat eerder wordt aangeknoopt bij de in een bepaalde cultuur gebruikelijke bruidsgave dan de draagkracht van de man. Op die manier wordt de bruidsgave vaak een schuld voor de man die hij dan nog dient te voldoen indien hij dat niet direct kan. Ook daaruit blijkt dat de draagkracht niet doorslaggevend is en dat geldt evenzeer voor de behoefte van de vrouw. Ook als de vrouw een eigen vermogen heeft, behoudt zij immers het recht op een bruidsgave.
Andere kwalificaties
Ook bij andere kwalificaties ontstaan er problemen omdat de bruidsgave nu eenmaal een figuur is die niet direct past in het Nederlandse familierecht. Dat geldt bijvoorbeeld wanneer de bruidsgave prompt in een huwelijksgoederengemeenschap valt de vrouw haar naar islamitisch recht uitsluitende eigendom dient te delen met de man.
Ook wanneer de rechter aanneemt dat de bruidsgave een vordering is van de vrouw op de man die hij alsnog dient te voldoen in het kader van de echtscheiding ontstaan er problemen. Immers, de rechter houdt geenszins rekening met de (doorgaans) bedoeling van de partijen dat het initiatief van de echtscheiding in beginsel van de man dient te komen wil hij gehouden zijn om de bruidsgave alsnog te voldoen.
Leemte in het recht
Doordat er nog geen geschikte kwalificatie voor handen is, wordt de bruidsgave per geval gekwalificeerd. Er is dan een leemte in het recht, terwijl uit jurisprudentie blijkt dat vaker een beroep wordt gedaan op de rechtsfiguren uit het islamitisch familierecht die in het Nederlands recht niet zijn gekwalificeerd.
De Nederlandse rechters dienen daarom meer oog te hebben voor de kwalificering die zij aan de bruidsgave geven, rekening houdend met de daarbij behorende gevolgen maar in beginsel afgaande op wat de bedoeling van de partijen was. Op die manier wordt niet alleen voorkomen dat de bruidsgave een kwalificatie krijgt die deze oorspronkelijk niet had volgens de bedoeling van de partijen maar ook wordt voorkomen dat de rechter een uitspraak doet die in strijd is met de islamitische regelgeving waaraan de partijen zich gebonden achten en ook met buitenlands recht van het land van herkomst.
Wanneer uitspraken van de Nederlandse rechter namelijk nieuwe geschillen veroorzaken kan de vraag opgeworpen worden in hoeverre er sprake is van finale geschilbeslechting.
Oplossingen
Indien de Nederlandse rechter de bruidsgave niet als een eigen rechtsfiguur kwalificeert, kan dit leiden tot rechtsonzekerheid voor de echtgenoten. Wanneer de gang naar de Nederlandse rechter niet leidt tot de gewenste uitkomst, hebben de echtgenoten de mogelijkheid om de vordering in te stellen in het buitenland of bij de religieuze autoriteiten uit de eigen gemeenschap.
Doordat de bruidsgave naar het buitenlands recht anders wordt beschouwd dan als partneralimentatie of vermogensbestanddeel dat verdeeld dient te worden, kan een ophoping van aanspraken of juist een beperking daarvan ontstaan en dat is onwenselijk.
Hieronder bespreek ik een aantal oplossingen op verschillende niveaus voor het genoemde probleem.
1. Huwelijkse voorwaarden
De islamitische echtgenoten kunnen ervoor kiezen om de bruidsgave op te nemen in de huwelijkse voorwaarden. Dit kunnen ze zowel voor als tijdens het huwelijk doen. Deze oplossing kan met aanstaande echtgenoten worden besproken bij de aangifte van het huwelijk of bij het sluiten van het huwelijk. Op deze manier krijgt de rechter meer handvatten om een juiste interpretatie te geven aan de bedoeling van de partijen met betrekking tot de bruidsgave.
2. Deskundigen in de rechtspraak
De gerechten moeten beschikken over een vast aanspreekpunt: een deskundige op het gebied van islamitische huwelijkstradities- en regels. In dat geval moet de rechter altijd advies inwinnen van een deskundige op dat gebied.
Ook kan deze deskundige verbonden zijn aan het Internationaal Juridisch Instituut zodat de rechter niet alleen informatie inwint over vreemd recht maar ook over ongecodificeerd recht (lees: islamitisch recht) in dit geval zodat hij handvatten heeft wat hij aanmoet met een rechtsfiguur als de bruidsgave.
3. Kennisverspreiding
Het islamitisch familierecht is in Nederland van betekenis. De bruidsgave is volgens islamitisch recht exclusief voor de vrouw bestemd. Een andere kwalificatie is dan ook niet passend. Met het oog op het aantal moslims in Nederland, dat groeiende is bovendien, valt te verwachten dat de noodzaak tot inzicht in het islamitische recht in de toekomst toeneemt.
De Nederlandse rechter moet vaker rekening houden met het islamitische karakter van het huwelijk. De rechter kan oordelen dat de bruidsgave geen onderdeel is van de gemeenschap noch een vorm van partneralimentatie. Door het probleem kenbaar te maken onder rechters door middel van bijvoorbeeld scholing kan bij rechters een beter beeld ontstaan van de betekenis van dit soort rechtsfiguren en hoe deze juist te kwalificeren.
Meer informatie of hulp nodig?
Wat zijn de kosten?
Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.